
Foto: Etienne Budde
Het klimaatakkoord vereist dat alle gemeenten een duurzaamheidsbeleid moeten voeren. Leidend hierin zijn de visie en ambities om binnen een bepaald aantal jaren energieneutraal te zijn. Mede vanwege de afspraken in het klimaatakkoord is het dus van hoog belang om het niet bij ambities te laten. Immers, elke gemeente heeft een forse CO2-reductie te realiseren, onder andere op het gebied van mobiliteit.
Echt een start maken en duurzaamheidsambities naar concrete mobiliteitsplannen, projecten en resultaat vertalen vraagt dus om een gedegen aanpak. Welke stappen moeten daarvoor worden gezet? Voor antwoorden op deze vragen, en meer, spraken wij met Etienne Budde, procesmanager verduurzaming van mobiliteit en gebouwde omgeving bij APPM Management Consultants.
Bij het verduurzamen van een mobiliteitssysteem denken wij aan zelfrijdende auto’s, minder auto’s (rijdend op fossiele brandstoffen), klopt dit?
Nou dan ben je al héél goed op weg. We moeten met elkaar vooral nadenken over de vraag achter de vraag als het gaat om duurzaamheid in het algemeen en dus ook als we het hebben over duurzame mobiliteit. Het startpunt is nadenken over de opgave achter het mobiliteitsvraagstuk, wat je met elkaar wilt realiseren. Dat kan variëren van CO2-reductie tot aan het verbeteren van de bereikbaarheid. Van daaruit moet je doorkijken naar de toekomst en nadenken over hoe het mobiliteitssysteem toekomstbestendig, en dus duurzaam, kan worden ingericht. De meeste gemeenten hebben een duidelijk beleid op mobiliteit, maar vaker ontbreekt er nog beleid op duurzame mobiliteit. Dat is nou dus precies mijn oproep: laten we ook gedegen nadenken over duurzame mobiliteit en de maatregelen die je kunt treffen om de mobiliteit duurzaam te maken.
“De meeste gemeenten hebben een duidelijk beleid op mobiliteit en duurzaamheid, maar vaker ontbreekt er nog beleid op duurzame mobiliteit.”
Dat lijkt een inkopper, niemand is natuurlijk tegen zo’n oproep, maar waar zeggen ze dan ja tegen, waar gaat duurzame mobiliteit over?
Met de elementen die je in je eerste vraag aanstipt kom je al een heel eind. In eerste instantie gaat het inderdaad over ‘minderen’ – ook bekend als de Trias Mobilica strategie, alles wat we niet hoeven te verduurzamen versnelt de transitie, dus: minder auto’s. Vervolgens gaan we over tot het verduurzamen van wat we (over)houden en daarin hebben we tal van maatregelen tot onze beschikking. Het interessante om te zien is, dat veel gemeenten op allerlei fronten bezig zijn met duurzaamheid, ook op het gebied van mobiliteit. Zo zijn ze bezig met duurzame afvalinzameling, elektrische bussen, het inrichten van hubs waar mensen samen komen (zodat ze minder hoeven te reizen) en OV-knooppunten die daar samen komen. Dat zijn allemaal nuttige stappen, maar op dit moment zijn de auto en het vrachtwagentransport de grootste vervuilers binnen mobiliteit. Dus die auto en die vrachtwagen moeten: a) minder rijden, en b) wat blijft rijden moet op zero emissie. Dat is nu vooral elektrisch, maar dat kan natuurlijk ook met waterstof.
“Dus die auto en die vrachtwagen moeten: a) minder rijden, en b) wat blijft rijden moet op zero emissie.”
Moeten ‘wij’ ons meer focussen op minder auto’s in het algemeen of gaat het vooral over het realiseren van minder auto’s op fossiele brandstoffen? Het lijkt er niet op dat alle zorgen rondom mobiliteit verdwijnen wanneer iedereen groen rijdt.
Eens. Onlangs sprak ik met iemand in Vlaanderen die juist de focus wil leggen op het creëren van de eerdergenoemde OV-hubs en ontmoetingshubs zodat er sowieso minder mobiliteit nodig is. Wij hebben het nu vooral over CO2-reductie, maar er zijn natuurlijk andere mobiliteitsvraagstukken die niet opgelost worden door zero emissie te rijden. Bijvoorbeeld het fileprobleem. Stel dat volgende week iedereen zijn fossiele auto inruilt voor een elektrische auto, daarmee rijden alle auto’s zero emissie, maar de files worden daardoor niet korter.
We stoten niets uit, maar we staan nog steeds in de file, met alle frustraties van dien. Dus, liever helemaal geen auto’s meer?
We moeten enerzijds nadenken over hoe we CO2-reductie kunnen realiseren, en anderzijds over hoe we de bereikbaarheid van ons land kunnen verbeteren. Deze vragen zijn dus aan elkaar gekoppeld. Bijvoorbeeld, als je een maatregel als rekeningrijden invoert, dan is de verwachting dat het totale autogebruik afneemt. Hoeveel vermindering dit in de uitstoot van CO2 oplevert blijft sterk afhankelijk van de uitwerking van de maatregel. Dat laat niet weg dat we moeten nadenken over de gevolgen voor de reizigers die de auto (meer) zullen laten staan. Waar moeten deze daarna naartoe? Thuis werken? Meer met het OV? Flexibeler werken? Je wordt dus gedwongen om ook na te denken over de consequenties van je maatregelen en passende oplossingen bieden.
Gaat de vraag achter de vraag dan over hoe je verduurzaming kunt combineren met het verbeteren van onze bereikbaarheid?
Wat ik wil aangeven is inderdaad dat Nederland bezig is de bereikbaarheid te verbeteren, en tegelijkertijd is er gewoon een klimaatakkoord met afspraken over vraagstukken die we moeten oplossen, met de termijn waarbinnen dit moet gebeuren. Dus ook in de mobiliteit gaan we echt aan de slag met het klimaatakkoord. Verschillende beleidsaspecten slim combineren kunnen we alleen door focus te houden op het beleid. Het is vooral interessant om te kijken naar hoe we de juiste elementen en maatregelen aan elkaar kunnen koppelen.
“Dus ook in de mobiliteit gaan we echt aan de slag met het klimaatakkoord.”
Vindt er voldoende progressie plaats in de realisatie van duurzame mobiliteit?
We maken stappen. Bijvoorbeeld, door de bijtellingsregeling zijn er veel elektrische auto’s bijgekomen. Maar het is nog steeds een druppel op de gloeiende plaat. Want veel gemeenten worstelen nog met uitdagingen rondom de inrichting van de laadinfrastructuur. Tegelijkertijd weten we ook, dat het vraagstuk in het land leeft en dat ieder gemeente ermee zal worden geconfronteerd, ongeacht hun standpunt.
Wat betekent het voor overheden om dit vraagstuk goed op touw te kunnen zetten?
Voor overheden betekent het dat men echt samen moet werken met burgers, netbeheerders, energieleveranciers, vervoerders en alle ketenpartners. Geen gemakkelijke opgave.
“beleid en implementatie staan dus haaks op elkaar.”
Waar loopt het op vast?
Bij een aantal gemeente loopt het vast doordat het beleid dat ze voeren niet proactief genoeg is. Even terug naar die laadinfra; in Utrecht zijn ze bezig om een plan te maken door op basis van allerlei data de laadbehoeften in wijken te voorspellen. Men probeert daar vervolgens op de vraag voor te sorteren door nu alvast de laadinfra te organiseren, onder andere door het plaatsen van laadpalen. Andere gemeenten staan meer reactief in dit spel. Burgers kunnen daar, nadat ze een elektrische auto hebben aangeschaft, een aanvraag indienen voor een laadpaal waarna de gemeente, met een hoop moeite, op zoek gaat naar een locatie voor een laadpaal. Grappig is, dat diezelfde gemeenten óók allerlei doelstellingen hebben voor duurzaamheid en mobiliteit, maar beleid en implementatie staan dus haaks op elkaar.
Dus, de inrichting van de organisatie en processen speelt een cruciale rol?
Absoluut. Organisaties moeten zo ingericht worden dat visie en implementatie nauw op elkaar aansluiten. Beleid en visie alleen zijn niet voldoende. De implementatieafdeling moet ook haar werkprocessen sluitend maken aan de duurzaamheidsambities
Wat maakt die aansluiting complex?
Ik denk een stuk onwetendheid over de beschikbare mogelijkheden – inzicht in de maatregelen die kunnen worden ingezet om duurzaamheidsdoelen te realiseren. Het is onnodig om zelf het wiel opnieuw uit te vinden, zoek anderen op die aan soortgelijke opgaves en projecten werken of hebben gerealiseerd. Kennis uitwisselen, elkaar helpen, met en van elkaar leren over wat werkt en wat zin heeft, daar nemen mensen nu nog onvoldoende de tijd voor. Wil je sneller vooruit, zoek elkaar op, intern en extern.
“Zoek anderen op die aan soortgelijke opgaves en projecten werken of hebben gerealiseerd.”
Kun je iets zeggen over die maatregelen, wat werkt wel en wat niet? Wat is de investering waard?
Ik zie veel projecten bijdragen aan het mooier maken van Nederland met minder CO2 en duurzame mobiliteit. Een aantal gemeenten, voornamelijk de grotere gemeenten, heeft hierin financieel en wat betreft de capaciteit meer slagkracht om goede projecten te doen, daar gaat het dan ook de goede kant op. Daarentegen, zie je de wat kleinere gemeenten nog puzzelen met hun maatregelen en deze zijn veelal nog druppels op de gloeiende plaat, als ik het zo mag zeggen. Die zijn nog zoekende naar een modus operandi wat betreft de maatregelen die echt bijdragen aan de realisatie van duurzaamheidsdoelen.
Ook zien we vaak dat er een groot verschil is tussen wat een wethouder of bestuurder als ambitie heeft uitgesproken tijdens de verkiezingen en wat ze daadwerkelijk doen na de verkiezingen. Onlangs werkte ik aan een nieuwbouwproject in een gemeente met een eigen treinstation. Bij de vraag over de inrichting van mobiliteit gaf men aan minstens twee tot drie parkeerplaatsen per nieuwe woning te willen realiseren. Ik dacht toen: “moet je daar niet anders naar gaan kijken?” Als je zo dicht bij een treinstation woont, heb je dan zoveel parkeerplaatsen nodig? En kunnen we niet op een andere manier die mensen verleiden om te reizen?
Dat betekent dus ook dat je het verdienmodel omgooit.
Ja je moet anders gaan kijken naar bijvoorbeeld parkeerplekken. Deze kosten natuurlijk erg veel geld. Dus een ontwikkelaar zou bij de aanbestedingen in samenwerking met de aannemer de mobiliteit zodanig moeten inrichten dat er minder parkeerplekken hoeven te worden aangelegd. Daarmee wordt er geld bespaard wat kan worden ingezet voor meer/beter OV, goede laadinfra of misschien een leenfiets zodat mensen makkelijk naar het station kunnen reizen.
Serious Game: Duurzame mobiliteit
BouwRegieNetwerk organiseert i.s.m. PPS Netwerk en APPM de serious game ‘Slimme en Duurzame Mobiliteit’. In deze interactieve game geven we antwoord op de bovenstaande vraag en krijgen spelers op inspirerende wijze inzicht in de bereikbaarheidsopgave voor hun gemeente. Hierdoor verwerven ze verdiepende kennis over de mobiliteitstransitie, welke maatregelen effectief zijn, en leren ze de inzichten direct toe te passen in de eigen projecten. Het einddoel van de sessie is het leggen van een robuuste basis voor het eigen duurzame mobiliteitsplan. Etienne Budde is spreker en begeleider tijdens de sessie.
Meer informatie over het programma en aanmelding vindt u via deze link >>.